Inclusie en toegankelijkheid
Waar gaat het over?
In een inclusieve gemeente kunnen alle inwoners meedoen. Voorzieningen moeten altijd voor iedereen toegankelijk zijn. Iedereen moet er zelfstandig van gebruik kunnen maken.
Gemeenten moeten een plan – een ‘Lokale Inclusie Agenda’- opstellen om inclusie en toegankelijkheid te bevorderen.
Verantwoordelijkheden en wettelijke bepalingen
In Nederland heeft 15 procent van de bevolking één of meer fysieke, psychische of verstandelijke beperkingen. Net als ieder ander willen zij werken, sporten, boodschappen doen of een terrasje pakken. Gemeenten moeten zich ervoor inspannen dat alle inwoners kunnen meedoen aan de samenleving. Een eventuele beperking mag daarbij redelijkerwijs geen belemmering vormen: de samenleving moet inclusief zijn.
Een inclusieve samenleving betekent dat mensen met een beperking kunnen meedoen en erbij horen, zonder dat er voor hen specifieke aanpassingen zijn: dus geen speciale school, aparte ingangen voor mensen in een rolstoel, etc. Alle gebouwen en andere voorzieningen zijn toegankelijk voor iedereen. Want verbetering van toegankelijkheid betekent niet alleen het wegnemen van fysieke drempels, maar ook vereenvoudiging van (gemeentelijke) informatie en communicatie. Gemeenten zijn hier verantwoordelijk voor.
Boven alles geldt artikel 1 van de Grondwet: iedereen die zich in Nederland bevindt, wordt in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie vanwege godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.
De algemene wet Gelijke behandeling (AWGB) garandeert gelijke behandeling tussen overheid en burgers en tussen burgers onderling.
In juli 2016 heeft Nederland het VN-Verdrag rechten voor mensen met een handicap bekrachtigd. Volgens dat verdrag moeten overheden rekening houden met drie grondbeginselen: persoonlijke autonomie, volledige participatie en toegankelijkheid. In de praktijk betekent dat dat gemeenten moeten zorgen dat gebouwen, voorzieningen, vervoer en informatie toegankelijk zijn voor mensen met een beperking. Gemeenten zijn verplicht om in beleidsplannen voor de uitvoering van de WMO, de Participatiewet en de Jeugdwet te melden hoe de regels uit het VN-verdrag worden toegepast. Dat geldt ook op het gebied van onder meer (passend) onderwijs, sport, recreatie, cultuur en openbare ruimte. De gemeente moet hiervoor een plan opstellen, vaak Lokale Inclusie Agenda genoemd. Daarin geeft de gemeente op alle terreinen (integraal) aan wat er gebeurt, zodat iedereen, dus ook mensen met een beperking, volwaardig kan meedoen in de samenleving. De gemeenteraad ziet erop toe dat de maatregelen in dit plan ook worden uitgevoerd.